FAQ Ventilatie
1. Legt de wet van 6 november 2022 verplichtingen op voor ventilatie?
Er zijn momenteel geen verplichtingen omtrent ventilatie voor exploitanten of eigenaren.
2. Waarom is ventilatie belangrijk?
Ventilatie is essentieel voor een goede binnenluchtkwaliteit en voor het thermisch comfort. Er zijn verschillende redenen om een ventilatiesysteem te installeren. In de eerste plaats is voldoende verse lucht belangrijk voor de stofwisseling en om de lucht te reinigen. Een ventilatiesysteem voert lucht af en verwijdert op die manier vervuiling, warmte en vocht uit de ruimte. Zo wordt het risico op allergieën en geïrriteerde luchtwegen kleiner. Daarnaast zorgt een ventilatiesysteem ervoor dat er voldoende zuurstof is voor een volledige verbranding en scheidt het de verschillende ruimtes in een gebouw om vervuilde lucht te isoleren. Een mooi voorbeeld hiervan is een rookruimte. Ventilatiesystemen creëren een drukverschil tussen ruimtes om te voorkomen dat vervuilde lucht een ruimte kan binnenkomen of verlaten.
Als er te weinig wordt geventileerd, kan dat zorgen voor ongemak, hinder bij het uitvoeren van activiteiten, ademhalingsproblemen of zelfs gezondheidsproblemen. Daarom is het noodzakelijk om de ventilatiesystemen aan te passen aan de plaats waar ze moeten komen of aan de mensen die er activiteiten uitvoeren.
3. Welke soorten ventilatie zijn er?
Er zijn eigenlijk drie soorten ventilatie: natuurlijke, mechanische en gemengde ventilatie.
Natuurlijke ventilatie is een proces dat gebruik maakt van verschillen in temperatuur, druk en buitenlucht om de binnenlucht te verversen zonder dat er mechanische systemen aan te pas komen. Deze vorm van ventilatie vertrekt van fysische verschijnselen zoals de beweging van lucht door warmte (warme lucht stijgt, koude lucht zakt) en openingen (ramen, deuren, dakramen, ventilatieopeningen, ventilatieroosters) waardoor buitenlucht het gebouw binnenkomt en muffe lucht kan ontsnappen. De doeltreffendheid van natuurlijke ventilatie hangt af van de grootte en plek van de openingen in het gebouw.
Mechanische ventilatie gebruikt afvoerkanalen en ventilatoren om lucht te laten circuleren. Mechanische ventilatie bestaat uit twee afzonderlijke kanaalnetwerken: één voor de toevoer van lucht van buiten en één voor de afvoer van lucht naar buiten. Mechanische ventilatie biedt maximale flexibiliteit, omdat vervuilde lucht direct bij de bron wordt verwijderd, en zorgt voor thermisch comfort. Omdat er mechanische energie wordt gebruikt om lucht toe en af te voeren, werkt deze methode bij alle weersomstandigheden. Zelfs als de windsnelheid buiten laag is, wordt de ventilatiesnelheid in een ruimte niet beïnvloed. Mechanische ventilatie is duurder, omdat er twee aparte kanaalnetwerken moeten worden geïnstalleerd en de ventilatoren meer energie verbruiken.
Gemengde ventilatie is een systeem dat zowel natuurlijke als mechanische ventilatiestrategieën gebruikt. Zo worden in de zomer mechanische ventilatiesystemen gebruikt om overtollige warmte af te voeren en verse lucht naar een ruimte toe te voeren om zo een comfortabele omgeving te creëren, terwijl in het tussenseizoen natuurlijke ventilatie wordt toegepast om verse lucht toe te voeren om de lucht te reinigen en vervuilde lucht af te voeren om de luchtkwaliteit binnen op peil te houden. Het gebruik van gemengde ventilatie bespaart nog meer energie.
4. Hoe kan ventileren de verspreiding van virussen tegenhouden?
Wanneer we ademen, praten, hoesten of niezen, stoten we een grote of kleine hoeveelheid waterdruppeltjes uit in de lucht die we uitademen. Wanneer we besmet zijn met virussen of microben, zitten deze druppels er vol mee.
De grotere druppels vallen meteen op een oppervlak of op de grond, maar kunnen mensen in de omgeving besmetten. Daarom is het belangrijk om een zekere fysieke afstand tot elkaar te houden, een masker te dragen en de beschermingsmaatregelen te volgen.
Fijnere druppels of microdruppeltjes blijven daarentegen enkele uren in de lucht zweven: dat noemen we 'aerosolen'.
In een kamer verspreiden deze aerosolen zich geleidelijk door heel de ruimte, net zoals parfums of sigarettenrook.
Hoe hoger de concentratie aerosolen in een kamer, hoe groter het risico op besmetting.
Als er geventileerd wordt, mengt de buitenlucht zich met de binnenlucht vol aerosolen, waardoor de concentratie aerosolen in de ruimte afneemt en daarmee ook het risico op besmetting met bio-verontreinigende stoffen (zoals virussen) die vaak in de aerosolen aanwezig zijn. Zo wordt het risico op ernstige respiratoire aandoeningen kleiner.
5. Hoe weet je of een plaats voldoende geventileerd is?
Om te bepalen of een plaats voldoende geventileerd is, meten we de CO2-concentratie. Die indicator geeft aan of de ventilatiedebieten geschikt zijn voor het aantal mensen en hun activiteit. Een hoge CO2-concentratie betekent bijvoorbeeld dat er niet genoeg verse lucht is. We kunnen in dat geval het mechanische ventilatiedebiet hoger zetten, ramen en deuren openen of de activiteiten onderbreken zodat de lucht kan worden ververst.
6. Hoe meet je de CO2-concentratie op een plaats?
Je kunt de CO2-concentratie meten met een CO2-meter.
Om een reeks representatieve metingen van de CO2-concentratie van een ruimte te verkrijgen, moet de CO2-concentratie (uitgedrukt in ppm) minstens drie (3) keer worden gemeten voor elke activiteit die in de ruimte wordt uitgevoerd en moet het gemiddelde van de drie metingen berekend worden.
Om de metingen representatief te maken, is het belangrijk om ze uit te voeren wanneer er het meeste mensen in de ruimte zijn en de activiteit meer dan 50% van de totale duur heeft geduurd (om de CO2-concentratie te laten stabiliseren).
7. Hoe worden ventilatiedebieten gemeten?
Om mechanische ventilatiedebieten correct te meten, heb je niet alleen de juiste apparatuur nodig, je moet ze ook nog goed kunnen gebruiken. Deze metingen moeten worden uitgevoerd door bedrijven die gespecialiseerd zijn in het meten van mechanische ventilatiedebieten en die erkend zijn om deze metingen uit te voeren in overeenstemming met de norm NBN EN 16211.
8. Zijn er aanbevolen ventilatiedebieten?
Er bestaat geen drempelwaarde voor het ventilatiedebiet, de luchtverversingsgraad of de CO2-concentratie waarmee we het risico van besmetting kunnen uitsluiten voor virussen of andere soorten verontreinigingen.
Hoe intensiever en regelmatiger de ventilatie, hoe kleiner het risico.
Daarom moet voor de binnenlucht worden gestreefd naar een CO2-concentratie die vergelijkbaar is met die van de buitenlucht (d.w.z. ongeveer 400 ppm).
In de wet van 6 november 2022 zijn twee (niet-bindende) referentieniveaus vastgelegd voor het ventilatiedebiet voor binnenlucht.
- Een referentieniveau van 25 m³/u verse buitenlucht per aanwezige persoon geeft een CO2-concentratie gelijk aan of lager dan 1200 ppm;
- Een beter referentieniveau van 40 m³/u verse buitenlucht per aanwezige persoon geeft een CO2-concentratie gelijk aan of lager dan 900 ppm.
Deze referentieniveaus liggen in de lijn van de niveaus in de Codex over het welzijn op het werk en gelden in situaties die overeenkomen met een 'normale' activiteit.
Dit minimale ventilatiedebiet moet hoger zijn bij intensieve activiteiten, aangezien CO2-productie en de productie van aerosolen (en dus het inademen van deze aerosolen) dan groter is. Het debiet moet ook hoger zijn als er meer mensen aanwezig zijn, of als de activiteiten zelf vervuilend zijn (bijvoorbeeld omdat ze meer fijnstof uitstoten).
9. Hoe vind ik de juiste ventilatiedebieten voor mijn plaats en activiteit?
De procedure vind je in Bijlage 1 van de Praktische gids voor het opstellen van een risicoanalyse en actieplan.
10. Kan ik het referentieniveau zelf bepalen?
Ja, je kunt een CO2-concentratiewaarde kiezen en het debiet berekenen dat nodig is om die concentratie te bereiken. De procedure vind je in Bijlage 1 van de Praktische gids voor het opstellen van een risicoanalyse en actieplan.
11. Welke verantwoordelijkheden heb ik als exploitant van een plaats die onder de wet van 6 november 2022 valt wat betreft het onderhoud van de aanwezige ventilatiesystemen?
Als exploitant ben je er verantwoordelijk voor dat de aanwezige mechanische ventilatiesystemen goed werken en dat je de nodige stappen neemt om ervoor te zorgen dat deze systemen altijd gebruiksklaar zijn.
Je moet er dus op toezien dat deze ventilatiesystemen worden onderhouden door een bevoegd persoon, rekening houdend met de aanbevelingen van de fabrikant en de installateur van je ventilatiesysteem.
De risicoanalyse moet ten minste de volgende informatie bevatten:
- aanduiding of er al dan niet een actief onderhoudscontract voor het ventilatiesysteem is;
- naam van het bedrijf dat het onderhoudscontract zal uitvoeren;
- frequentie waarmee het onderhoudsbedrijf het ventilatiesysteem zal onderhouden (om de ... maanden).
12. Moet ik als exploitant van een plaats die onder de wet van 6 november 2022 valt de debieten die mijn ventilatiesysteem kan bereiken meedelen aan het publiek?
Als exploitant moet je het publiek sensibiliseren over de binnenluchtkwaliteit door informatie over dit onderwerp op vraag aan het publiek ter beschikking te stellen.
Er kunnen twee soorten gegevens over de luchtkwaliteit op de plaats worden verstrekt:
• ofwel de waarden gemeten door de luchtkwaliteitsmeter, waaronder ten minste de CO2-concentratie;
• ofwel de debieten die gehaald kunnen worden met het aanwezige ventilatie- en/of luchtzuiveringssysteem.
Je kunt er dus voor kiezen om de waarden die de luchtkwaliteitsmeter meet mee te delen aan het publiek, in plaats van de debieten die het ventilatiesysteem kan bereiken.
13. Als ik ervoor kies om de debieten mee te delen die het ventilatiesysteem kan bereiken, welke informatie moet ik dan met het publiek delen?
Als de plaats ten minste één ventilatiesysteem heeft, moet je het volgende aangeven:
• het totale buitenluchtdebiet dat op deze plaats behaald kan worden;
• het maximumaantal mensen dat op deze plaats is toegestaan;
• het totale debiet van de buitenlucht per persoon dat op deze plaats bij deze nominale bezetting bereikt kan worden (d.w.z. het maximale aantal voor de mensen in de ruimte);
• dat het ventilatiesysteem regelmatig wordt beheerd en gecontroleerd;
• de datum waarop het ventilatiesysteem voor het laatst werd gecontroleerd.
14. Wat moet ik doen als het niet mogelijk is om het publiek te sensibiliseren?
Als het om een of andere reden niet mogelijk is om het publiek te sensibiliseren, moet je in je risicoanalyse de redenen vermelden die jou ervan weerhouden om een van deze twee soorten gegevens openbaar te maken. We vragen ook om in je actieplan de maatregelen te beschrijven die moeten worden genomen om deze communicatie met het publiek in de toekomst wel mogelijk te maken.
15. Zijn er plaatsen waarvoor geen sensibilisering nodig is?
Ja. Elke plaats met een oppervlakte kleiner dan 15 m² en/of waar het publiek minder dan 15 minuten aanwezig is, is vrijgesteld van deze vereiste.
16. Is het in deze tijden van hoge energieprijzen wel een goed idee om te ventileren?
Energieverbruik blijft een belangrijk aandachtspunt. Door de CO2-concentratie van de binnenlucht bijvoorbeeld onder een drempel van 1.200 ppm en een minimaal ventilatiedebiet van 25 m³/u te houden, zal het verbruik niet significant stijgen OP VOORWAARDE DAT het ventilatiedebiet wordt aangepast aan het aantal mensen in de ruimte en/of de gemeten CO2-concentratie.
Om nog meer energie te besparen, is het interessant om waar mogelijk een systeem met warmterecuperatie en vraaggestuurde regeling te overwegen. De vraaggestuurde regeling zorgt ervoor dat het ventilatiedebiet automatisch verhoogt of verlaagt, naargelang er meer of minder mensen in de ruimte aanwezig zijn en de door de CO2-meter gemeten CO2-concentratie hoger of lager is. Bij warmterecuperatie wordt gebruik gemaakt van een warmtewisselaar die in het ventilatiesysteem is ingebouwd en een efficiëntie van 80% of meer kan bereiken.
17. Zijn er kwaliteitscriteria voor ventilatiesystemen?
Er zijn geen specifieke technische of kwaliteitseisen voor ventilatiesystemen. Het is aangeraden om het systeem bij levering te laten testen om te controleren of het gespecificeerde debiet wordt bereikt.
Het is wel belangrijk om aandacht te hebben voor het geluidsniveau van de apparatuur, om te voorkomen dat de mechanische ventilatie (of luchtzuivering) in de ruimtes wordt uitgeschakeld omdat ze te luid is. Als de installatie echter tijdens de activiteiten wordt stilgelegd, is het belangrijk om de CO2-concentratie te monitoren om ervoor te zorgen dat die zo laag mogelijk en liefst onder de aanbevolen grenzen blijft (indien mogelijk onder 900 ppm en niet boven 1.200 ppm). Als de CO2-concentratie deze drempelwaarden overschrijdt, wordt het sterk aanbevolen om het ventilatiesysteem opnieuw in te schakelen om het besmettingsrisico te beperken.